De Lier – Zestien verenigingen uit Delft en omgeving namen in het afgelopen voetbalseizoen deel aan het 31e RODI Media/DSW 16-23 competitie. Laakkwartier zegevierde in de finale over de leeftijdsgenoten van RKDEO en mochten de kampioensschaal en de bloemen naar Den Haag meenemen.
Als traditie speelt aan het einde van de voetbaljaargang een selectieteam – samengesteld uit één speler van elke vereniging – een wedstrijd tegen een aansprekende tegenstander. Op sportpark De Zweth met LYRA als gastheer werd er gespeeld tegen JO19 van de BVO Sparta. Als coach fungeerde Martin Stoelinga, raadslid van de gemeente Delft en oud-voetbaltrainer van Delfia en sv Wippolder. Stoelinga werd bijgestaan door door teammanager Dick van der Kooij. Guus Jense zorgde voor het welzijn van de spelers. Het duel stond onder leiding van scheidsrechter Louis van der Weijde, die langs de lijn terzijde werd gestaan door Ruben de Groot en Ansfried van der Graaf.
De Rotterdammers namen in het eerste bedrijf een 0-2 voorsprong. Abdul Sakoh nam beide doelpunten voor zijn rekening. In het tweede deel van de ontmoeting nam Sparta door een treffer van Samu Siemens-Braga met 0-3 afstand van de Delftse beloftes. Daley Uythof van sv Wippolder redde de eer voor de formatie van coach Stoelinga, 1-3. Door het sterke optreden in de tweede helft van keeper Luc Vurens (RKDEO) hield hij de Spartanen van een verdere doelpuntenproductie af.
Guus Heemskerk, voorzitter van de commissie van de competitie voor spelers onder 23 jaar – dat voorts uit Dick van der Kooij, Henk Lukassen, Roel van Dorsten en Nico van Velzen bestaat – ziet terug op een goed verlopen competitie. “Het wennen van jeugdspelers aan het seniorenvoetbal blijft de opzet van het toernooi. Dan komt het winnen op de tweede plaats. Helaas wordt deze doelstelling niet door alle verenigingen onderschreven. Aan het begin van de wedstrijdenreeks moest zo nodig een team van het veld lopen omdat zij het met de scheidsrechter van dienst niet eens waren. De bewuste vereniging trok zichzelf terug voordat van onze kant maatregelen konden treffen”. Aldus Heemskerk.
De voorzitter vervolgt zijn verhaal: “Deze competitie krijgt steeds meer een regionaal karakter. Een aantal Delftse verenigingen kunnen door onvoldoende jeugdspelers geen representatief elftal op de been brengen waardoor verenigingen zoals Wilhelmus, DWO, en Laakkwartier kunnen deelnemen. We krijgen regelmatig verzoeken van verenigingen – indien er een plaatsje vrijkomt – om te mogen inschrijven. Dat is een teken dat deze competitie goed staat aangeschreven”.
Martin Stoelinga liet zijn formatie in een 4-3-3 opstelling opereren en hem kennende is hij niet te beroerd om een list te verzinnen om de tegenstander te misleiden. “Ik heb een verschrikkelijke hekel aan terugspelen op de keeper. Met de spelers heb ik afgesproken – indien zij dat wel doen – een consumptie aan de begeleiding verschuldigd zijn. Het heeft geholpen, terugspeelballen heb ik niet gezien” aldus de coach. Op de vraag of dat hij het coachen van een team niet leuker vindt dan het bijwonen van raadsvergaderingen antwoordde Stoelinga: “Ik vind het beide leuk. In de gemeenteraad kan ik opkomen voor de Delftse sport in het algemeen. Met weemoed kijk ik terug naar het jaar dat Delft als sportstad van Nederland werd uitgeroepen. De gemeente Delft moet wat sport aan gaan doen, aan een grote inhaalrace beginnen. Het kan niet zo zijn dat er zwembaden en sporthallen zomaar worden gesloten”.
Verschillende bestuurs en commissieleden van verenigingen toonden hun belangstelling en volgden de verrichtingen van hun pupillen. Een teken dat met het organiseren van zo’n wedstrijd als beloning aan de deelname van het toernooi, aanspreekt.
Tekst: Aad van der Knaap